Over Fritz W. Scharpf heb ik hier weleens vaker geschreven, toch kent vrijwel niemand deze emeritus directeur van het fameuze Max Planck Instituut. In de bundel '
The European Union in a Crisis or the European Union as Crisis', samengesteld door John Erik Fossum en Agustin José Menéndez schreef Scharpf hoofdstuk 2 plus toelichting met de titel
'The eurocrisis as victory of neo-liberalism?'. Over die toelichting wil ik het vandaag met u hebben, want die is buitengewoon leerzaam.
Scharpf neemt ons eerst mee terug in de tijd, naar 1979. Hij stelt vast dat het Bundesbank-model wel goed werkte voor Duitsland, Nederland en nog enkele landen (het 'DM-blok'), maar niet voor Frankrijk en de rest van Latijns Europa, die telkens een pijnlijke (monetaire) devaluatie moesten ondergaan om hun economieën concurrerend te houden. In ruil voor de Duitse eenwording kreeg Frankrijk vervolgens de euro, de ECB en de financiële hegemonie over 'Europa' (wie de geldstromen beheerst, beheerst de agenda). Helaas bleek de eurozone geen DM-blok.
Scharpf laat aan de hand van de OCA-theory (Optimal Currency Area) zien waarom de euro niet heeft gewerkt en ook niet kón werken. Scharpf is de zoveelste in een lange rij verstandige academici die zich niet laten verblinden door de communis opinio of een blind geloof in een politieke munt, maar die gewoon zijn gezonde verstand gebruikt. Net zoals de Optica Group al in 1975 (!) had gedaan in haar advies aan de Europese Commissie: een eenheidsmunt als de euro kan alleen succesvol worden geïntroduceerd parallel aan de nationale munten, zodat monetaire devaluaties mogelijk bleven en er een wisselkoersmechanisme toegepast kon worden. Hadden de jongens en meisjes van de Commissie maar naar dat advies geluisterd! Helaas, ze hebben het willens en wetens naast zich neergelegd. Later, in 1999, toen de (girale) introductie van de euro werd voorbereid heeft Romano Prodi (toen voorzitter van de EC) zijn twijfels over de eenheidsmunt ook geuit tegen de regeringsleiders. Maar Kohl antwoordde slechts: 'Voor nu hebben we deze sprong voorwaarts gezet. De rest zal volgen'.
Scharpf stelt in zijn stuk, dat veel meer nadruk moet worden gelegd op de aanbodkant (supply side) van de eurozone economieën. De stagflatie-periode van de zeventiger jaren heeft ons geleerd dat een Keynesiaanse aanpak niet effectief is. Echter, anders dan in de vroege tachtiger jaren werkt de methode van interne devaluatie (loonmatiging) binnen de eurozone desastreus uit en dat komt door de eenheidsmunt en de eenheidsrente. De 'troika-aanpak' van Merkel kan niet werken binnen de eurozone constructie en zal onvermijdelijk leiden tot een aanzienlijk grotere sociale ongelijkheid, met massale werkloosheid, armoede en grote inkomensverschillen. Immers, overschotten bij de één leiden automatisch tot tekorten bij de ander. Scharpf concludeert dan ook, dat het huidige voortmodder-scenario uiteindelijk onvermijdelijk zal leiden tot 'a race to the bottom'. Tot een uitholling van bestaande sociale rechten en de afbraak van de welvaartsstaat. En dat ben ik met hem eens.
Maar niet alleen de monetaire politiek, ook de (democratische) legitimiteit van de Europese Unie als zodanig staan in toenemende mate onder druk. Dat laatste geldt ook voor de individuele lidstaten overigens, die zich eveneens in toenemende mate vervreemden van haar eigen burgers. De monetair economische problematiek en de gevolgen van de Europese muntcrisis versterken deze verwijdering slechts, omdat niemand meer begrijpt waarom miljoenen gezinnen moeten lijden als gevolg van een concept, waarvan theoretisch en in de praktijk is aangetoond dat het niet kan werken.
En Scharpf stelt terecht in genoemd hoofdstuk 2, dat zelfs al zouden we kiezen voor een Europese solidariteit (met een permanente transfer van geld van Noord naar Zuid), het onderliggende probleem niet wordt opgelost:
"If something like that (permanente transfer, red.) were indeed to happen, the eurocrisis would not be over, and the basic contradiction between monetary centralisation in a heterogeneous eurozone would still persist."
Wel zal de crisis minder heftig zijn in 'vak Zuid' (door de herverdeling van middelen), maar ook dat zal uiteindelijk geen structurele oplossing bieden. Met andere woorden: het doormodder-scenario lost het probleem niet op, maar men koopt tijd. Een structurele oplossing is in mijn ogen alleen mogelijk, indien men afstand durft nemen van de illusie van Europese éénwording. Daarvoor zijn de verschillen gewoon te groot: qua taal, qua cultuur, qua economische kracht, qua regelgeving op allerhande gebied. Die verschillen kun je niet overbruggen met 'buitensporige tekorten procedures' of andere technocratische oplossingen, dat is een illusie. Er is geen Europees volk, dat is de kern waar het uiteindelijk om draait (en waarom de Europese solidariteitsgedachte maar beperkt geldig is).
Maar die (politieke) eenwording is ook helemaal niet nodig om dezelfde voordelen te kunnen halen uit de Interne Markt. Er zal dan wel een vorm van wisselkoersmechanisme en landenspecifiek rentebeleid mogelijk moeten worden gemaakt om ervoor te zorgen dat de grootste economische divergenties tussen de belangrijkste lidstaten verdwijnen en dat er wèl een effectieve 'supply-side policy' gevoerd kan worden. Dan kunnen de noodzakelijke hervormingen in de zwakkere lidstaten ook veel geleidelijker en met veel meer rust doorgevoerd worden, waardoor het (politieke) draagvlak (ook onder de bevolkingen) wordt vergroot.
Wat dit vervolgens betekent voor de factoren 'arbeid' en 'kapitaal' is een kwestie van (politieke) voorkeur. Het is evident dat de balans tussen beide momenteel volledig zoek is; en dat geldt a fortiori voor de positie van de middenklasse ten opzichte van het grootbedrijf (en in haar kielzog de internationale financiële sector). De macht en invloed van beide laatste categorieën zijn buitensporig geworden, met alle (negatieve) implicaties voor de democratie tot gevolg. En die trend zet door: de vaste baan zal in toenemende mate tot het verleden behoren en de zzp-markt zal 'bloeien', met alle consequenties van dien.
Interne revaluatie (loonsverhogingen) in Duitsland (en Nederland) is ook al geen (structurele) oplossing. Het zal leiden tot (excessieve) import van inflatie uit het buitenland, waardoor de koopkracht effecten zullen wegebben en op termijn zelfs negatief zullen worden. Maar dat er iets aan de factor arbeid moet worden gedaan om de balans te herstellen is duidelijk. De beste manier om dat te doen is, in mijn optiek, via belastingschijven: zorg ervoor dat met name inkomens tot pakweg tweemaal modaal meer netto overhouden. Zorg er daarnaast voor dat (kleine) ondernemers gestimuleerd worden door minder regulering, goedkoop krediet en goedkope huisvesting aan te bieden. En zorg er bovenal voor dat de financiële sector wordt aangepakt. Het grote probleem is echter, dat het deel van de sector, die er echt toe doet in Wall Street zit (en voor een deel in The City), buiten de eurozone dus. Die lui zullen zich niets aantrekken van Europese regels en hun eigen gang blijven gaan. Het zijn ook altijd dezelfde clubs die weer worden gevraagd om financieel advies. Kijk maar naar Imtech, die nu weer Goldman Sachs heeft ingehuurd. Zolang dit fenomeen blijft bestaan zie ik het somber in. Daar helpt ook een bankenunie met zogenaamd beter toezicht geen lieve moeder aan.
Er is in mijn ogen sowieso geen oplossing van deze Schulden Unie mogelijk zonder een (gedeeltelijke) reset (kwijtschelding) van de uitstaande schulden tot een voor elke lidstaat behapbaar niveau. Het kan niet anders en daar hoef je echt geen hogere wiskunde voor gestudeerd te hebben. De kracht van de onderliggende economieën is simpelweg te gering om die schuldenberg (plus rente) weg te werken. Ook Duitsland kan daar niet voor zorgen en al helemaal niet als dat land ook nog eens de lasten van de rest van de eurozone op zich neemt (en daar gaat het naartoe). Probleem is dat er al zoveel politiek kapitaal in de euro is geïnvesteerd, dat een gestructureerde terugtocht ondenkbaar lijkt. Daarom heb ik -heel pragmatisch- ingezet op The Matheo Solution (TMS) van Ten Dam, die de voordelen van de euro (minder valutarisico en potentiële wereldreserve valuta) combineert met de mogelijkheid van monetaire devaluatie en een landenspecifiek rentebeleid. Vooral dat laatste is belangrijk, aangezien rente een essentiële prijs is in een economie. Als de rente niet goed staat of langdurig en kunstmatig op een te laag niveau wordt gehouden zoals nu door de ECB, dan leidt dat onherroepelijk tot grote economische onevenwichtigheden.
Is er dan nog wel een 'escape' uit deze eurozone schuldengevangenis mogelijk? Niet, als de politiek niet tot het inzicht komt dat een koerswijziging noodzakelijk is en dat doormodderen leidt tot 'a race to the bottom'.
Hier vindt u een overzicht van mijn columns en u kunt mij hier volgen op Twitter.